Nooit meer

Mijn liefste, ik kan je niet vergeten
jij die ik op het hoogste voetstuk heb vereerd
keert die tijd voor ons dan nooit meer weder
dat wij zo jong zijn en vol van begeert.

Kunnen wij ’t geluk nog éénmaal proeven
die ons toen in d’handen werd gelegd
of moet ik in onzekerheid vertoeven
met een schat aan woorden ongezegd.

Die in hartstocht en wanhoop naar jou zijn geschreven
en waarschijnlijk je nooit meer hebben bereikt
toch waren zij voor mij een stellig teken
dat mijn hart alleen aan jou was gewijd.

Zou mijn hart van vreugde zwellen
als het jou nog één ogenblik kon zien
‘k zou dat ogenblik als een eeuwigheid gaan tellen
dat ik als uitverkorene zo’n groot geluk verdien.

Gelukkig brengt de nacht de dromen weer
van onze jeugd die daar fris en ongeschonden bleef
maar nooit, nooit meer, een reële ommekeer
van wat vroeger was en nu niet meer.


©Greta Casier